WTA 2023-3
Bij vier volwassen met een autismespectrumstoornis (ASS) werd het beeldende therapieprogramma ‘Zelf in Beeld’ (ZiB) geevalueerd voor wat betreft zelfgevoel, emotieregulatie, fl exibiliteit en sociaal gedrag. Er werd gebruikgemaakt van vragenlijsten, observaties en gesprekken met de cliënt en een naaste tijdens een voor- en nameting. Verschillen in scores op de voor- en nameting werden in kaart gebracht via de Reliable Change Index (RCI). De voorlopige conclusie is dat ZiB bij volwassenen met ASS ingezet kan worden. De kleine onderzoekspopulatie en de ernst van hun comorbiditeitsproblematiek noodzaakt echter tot nader onderzoek.
SUMMARY
This study evaluated the effect of the Art Therapy program ‘Images of Self ’ (IoS) in four adults with an ASD. The effectiveness was investigated by means of a multiple case study (N=4) with a focus on qualitative data, in which pre-post questionnaires were used. Observations were made by means of topic lists. In addition, three conversations with the client and someone out of his/her close surrounding shed some light on the results with respect to daily life. There are indications that IoS can be used for adults with ASD, who are experiencing diffi culties in self-esteem, emotion regulation, flexibility in coping with changes and social communicative behaviour. It can contribute to getting a grip on feelings and insight into oneself, and it can help to establish contact within the therapy as well. Due to limitations in the study design (small study population), further research is necessary to replicate this study and test its mechanisms of action in a larger sample size.
Mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van comorbide psychische en lichamelijke ziekten, met als gevolg een aanzienlijk verminderde kwaliteit van leven en een lagere levensverwachting. Belangrijke omgevingsfactoren die de gezondheid beïnvloeden zijn leefstijl en ervaren drempels in de toegang tot zorg. In dit essay wordt besproken wat er bekend is over wat drempelverlagend kan werken in de toegang tot gezondheid voor mensen met ASS. Aan de hand van een casusbeschrijving wordt een voorbeeld gegeven van de toepassing binnen een gespecialiseerde woonafdeling voor (jong)volwassenen met een complexe ASS.
SUMMARY
People with an Autism Spectrum Disorder (ASD) are at increased risk of developing comorbid mental and physical health problems with consequent reduced quality of life and life expectancy. Important environmental factors that influence the health of people with ASD include lifestyle and barriers experienced in accessing healthcare. Th is essay discusses what is known to be helpful in reducing the barriers that people with autism can experience in accessing healthcare and a healthy lifestyle. Using a case report, we illustrate an example of adaptations made within a specialized service for (young) adults with complex ASD.
Gezichtsherkenning en daarbij behorende aspecten zijn in de regel zwak bij mensen met autisme. Dit lijkt samen te hangen met ondergeactiveerde hersengebieden betrokken bij gezichtsherkenning, zoals geregistreerd tijdens de uitvoering van gezichtsherkenningstaken. Toch zijn de bevindingen niet eenduidig te noemen en zijn de achterliggende theorieën niet in staat de beperkingen in gezichtsverwerking te verklaren. In dit kader wordt aandacht besteed aan het concept van het double empathy problem, dat aangeeft dat de communicatie tussen mensen met autisme wel effectief is maar minder optimaal verloopt tussen mensen met en zonder autisme.
SUMMARY
Autistic children frequently have difficulties in the ability to perceive faces, which is a skill essential for social communication. Early attentional processing might be compromised and atypical brain activation in response to faces has been reported. These anomalies may point to fundamental pathophysiological mechanisms underpinning issues concerning face processing. Nevertheless it is unclear how these anomalies develop as function of age, and the central coherence theory, the eye-avoidance theory, and the social motivation theory fail to explain all the details of the face recognition deficit. In this perspective the double empathy problem is discussed. Intervention programs based on computer games and reward seem promising.
Lang werd gedacht dat het puur toeval was dat Leo Kanner (1894-1981) en Hans Asperger (1906-1980) rond dezelfde tijd (1943/1944) in respectievelijk de Verenigde Staten en Oostenrijk voor het eerst over autisme schreven. Inmiddels is duidelijk dat er wel degelijk een directe link was tussen de twee pioniers: het echtpaar Anni Weiss (1897-1991) en Georg Frankl (1897-1975), twee joodse collega’s van Asperger die in de jaren dertig naar de VS vluchtten en daar door Kanne aan werk werden geholpen. Met name Frankl speelde tussen 1938 en 1943 een belangrijke rol in de totstandkoming van Kanners autismediagnose. Dit artikel beschrijft het leven en werk van Weiss en Frankl en weerlegt eerdere speculaties over de mogelijke banden tussen Asperger en Kanner.
SUMMARY
There has been much speculation about a possible connection between Leo Kanner (1894- 1981) and Hans Asperger (1906-1980), who wrote about autism around the same time(1943/1944) in the United States and Austria respectively. In recent years, it has come to light that there indeed was a direct connection between the two pioneers: the couple Anni Weiss (1897-1991) and Georg Frankl (1897-1975), two Jewish colleagues of Asperger’s who fled to the United States in the 1930’s and became close colleagues of Kanner. Especially Frankl played an important role in the conceptualization of Kanner’s autism diagnosis. This article describes the life and work of Weiss and Frankl and refutes previous speculations about the possible connections between Asperger and Kanner.
Het doel van mijn promotieonderzoek (Wijker, 2022) was om na te gaan of Animal Assisted Therapy (AAT) een positief effect heeft op het zelfinzicht en sociale communicatieve vaardigheden van volwassenen met autisme met een gemiddelde tot hoge intelligentie, waardoor in het dagelijks leven mogelijk minder stress, angst en stemmingsproblemen ervaren worden. De uitkomsten van het onderzoek geven aan dat deelnemers significant minder stress, agorafobie en depressie ervaren na de AAT-interventie, en hun naasten een significante verbetering in sociale responsiviteit rapporteren, zoals sociaal bewustzijn en sociale communicatie. De interventie wordt als zeer uitvoerbaar en relevant beoordeeld door deelnemers en therapeuten en de positieve effecten zijn te generaliseren naar het dagelijkse leven van deelnemers. De AAT kan gezien worden als een veelbelovende therapie voor volwassenen met autisme zonder bijkomende verstandelijke beperking. We raden aan om vervolgonderzoek te doen naar de effectiviteit van AAT en deze therapievorm vaker in te zetten binnen de geestelijke gezondheidszorg waar volwassenen met autisme worden behandeld.
Summary
This article is based on the thesis in which the effects of Animal Assisted Therapy (AAT) were explored on, amongst others, self-perceived stress, anxiety, depression, and social communication in adults with autism and an average to high intelligence (Wijker, 2022). AAT is a structured, goal-oriented intervention in which a trained animal plays an integral role. Participants received 10 weekly one-on-one AAT sessions guided by a certified psychologist. The aim of the AAT was to reduce stress and improve social and communication skills. This research shows that 1) after AAT participants experience significantly lower self-perceived stress, agoraphobia, and depression, and informants of AAT participants report significant improvements in social responsiveness, such as social awareness and social communication, 2) that AAT is rated as highly feasible and relevant by both participants and therapists, and 3) that AAT may be effective in generalizing learned skills to participants’ daily lives. Because of its clinically relevant effects and remarkable adherence, AAT can be regarded as a promising therapy for stress-related outcomes, such as anxiety and depression and social awareness and communication in this population. More research however is needed on the effects of AAT in the ASD population and with larger sample sizes.