Sociale angst bij hoogfunctionerende jongens met een Autismespectrumstoornis: samenhang met affectieve of cognitieve componenten?

Sociale angst bij hoogfunctionerende jongens met een Autismespectrumstoornis: samenhang met affectieve of cognitieve componenten?

Productgroep WTA 2011-1
3,90
Gratis voor abonnees.

Omschrijving

Angst, en met name sociale angst, komt in veel sterkere mate voor bij kinderen met een Autismespectrumstoornis (ASS) dan bij zich normaal ontwikkelende kinderen. In dit onderzoek bekijken we de samenhang van affectieve (boosheid en angst) en cognitieve elementen (zelfverwijt en piekeren) met sociale angst bij hoogfunctionerende jongens met ASS en een controlegroep (gemiddeld 12 jaar oud), door middel van zelfrapportage vragenlijsten. Bij de jongens in de controlegroep draagt vooral piekeren bij aan de voorspelling van sociale angst. Bij jongens met ASS blijken zowel de affectieve als cognitieve elementen een unieke bijdrage te leveren aan de voorspelling van sociale angst. Daarnaast blijkt dat jongens met ASS die vaker boos zijn, minder sociale angst rapporteren (indien het niveau van algemene angst gelijk wordt gehouden). Uit de resultaten komt het beeld naar voren dat hoogfunctionerende jongens met ASS een relatief goed inzicht hebben in het eigen functioneren en beperkingen ten aanzien van de sociale contacten. Mogelijk biedt dit inzicht in het eigen emotionele functioneren ook handvatten voor interventie.