Ouders met autisme lopen bij de opvoeding van hun kinderen aan tegen specifieke problemen en hebben moeite om hier de juiste ondersteuning bij te vinden. Dit is de eerste studie naar de effecten van de ‘blended’ behandelinterventie ‘opvoeden als je zelf autisme hebt’, die binnen GGZ Noord-Holland-Noord wordt gegeven. Hierbij stonden de ouder-kindrelatie en het psychisch welbevinden van het kind centraal. Het onderzoek werd uitgevoerd via een observationeel pre-post design met vier herhaalde metingen onder 25 ouders met autisme. De interventie had geen significant effect op de ouder-kindrelatie en het psychisch welbevinden van het kind. Deze bevinding wordt in de discussie verder uitgewerkt, mede in het licht van een gelijktijdig uitgevoerde ‘parallel research’ bij dezelfde deelnemers, waarbij een significante afname van de opvoedingsstress werd gevonden. Er wordt geconcludeerd dat de interventie in dat opzicht een positief effect heeft en daardoor waardevol is, maar dat dit zich (nog) niet uit in secundaire effecten, zoals verbeteringen in de ouder-kindrelatie of het psychisch welbevinden van het kind.
Parents with autism encounter specific problems in raising their children and struggle to find the right support for them. GGZ Noord-Holland-Noord offers the blended treatment intervention ‘Parenting with Autism’. This first effect study examined the effect of the intervention on the parent-child relationship and the psychological well-being of the child. An observational pre-post design with four repeated measures was used, involving 25 parents with autism. No significant changes in the parent-child relationship or in the child’s psychological well-being were found over the course of the study and scores remained stable. The study by Snip et al. (2024), conducted simultaneously with the same participants, did find a significant decrease in parenting stress. From this it can be concluded that the intervention has a positive effect and is therefore valuable, but that the intervention does not (yet) manifest itself in secondary effects: on the parent-child relationship and the child psychological well-being.
Het krijgen van een kind en aangaan van het ouderschap is een enorme stap die de levensloop sterk bepaalt (Saxbe et al, 2018). Het omvat niet alleen het opvoeden van kinderen maar impliceert bijvoorbeeld ook het omgaan met soms lastige (dagelijkse) situaties, samengevat onder de noemer ‘stress op de ouderlijke werkvloer’ (Gravesteijn & Ketner, 2016; Van der Pas, 2013). Een bevinding uit het gezinsrapport van het Centraal Planbureau (Bucx, 2011) sluit hierop goed aan, namelijk dat meer dan de helft van de ouders met kinderen jonger dan achttien het ouderschap als moeilijker ervaart dan vooraf gedacht. Het is van wezenlijk belang dat ouders zich goed voelen in hun rol als opvoeder. Immers, als het ouderschap met geluk kan worden geassocieerd, dan zal het kind hier allicht ook van profiteren (Nelson et al., 2013). Zo is aangetoond dat opvoedstijl en de manier waarop het ouderschap wordt vormgegeven, de psychosociale ontwikkeling en hersenvorming van het kind positief beïnvloeden (Belsky & De Haan, 2011). Dit geldt zonder twijfel ook voor andere positieve oudereigenschappen, zoals ondersteuning van het kind en aansluiten bij zijn, tijdens het opgroeien, veranderende behoeft en (Klein & Forehand, 2000). Wat onder cruciale opvoedingsvaardigheden wordt verstaan, is fraai geïllustreerd door de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek van Petterson, Gravesteijn en Peschier (2017). Ouders (n=110) zonder autisme vertellen in semi-gestructureerde interviews dat zij zich verder willen bekwamen in het omgaan met stressvolle situaties, betere conflictbeheersing en efficiënt communiceren, dit alles met het oog op het verbeteren van hun opvoedingsstijl. In die laatste wens zullen ouders met autisme zich vast herkennen (Dugdale et al., 2021; Snouckaert & Spek, 2017), want ook zij ervaren hun ouderrol vaak als zwaar (American Psychiatric Association, 2013). In grote lijnen laat het wetenschappelijke onderzoek over deze thematiek zien dat het ouderschap door hen grotendeels ook als prettig wordt ervaren. En dat het kind, net als bij ouders zonder autisme, op de eerste plaats komt. Toch geven ouders met autisme aan dat zij zich maar moeilijk kunnen aanpassen aan de voortdurende veranderingen die het ouderschap met zich meebrengt.