2019
De interactieve tekentest (IDT) is een nieuwe test ontwikkeld in de klinische praktijk. De test meet de kwaliteit van wederkerig gedrag bij een kind tijdens spontane interacties met de onderzoeker. Het vaststellen van beperkingen van wederkerig gedrag is belangrijk bij het diagnosticeren van ASS (DSM-5; American Psychiatric Association, 2013). In mijn proefschrift wordt verslag gedaan van onderzoek met het instrument. De betrouwbaarheid en validiteit van de IDT zijn redelijk tot goed en duidelijke verschillen zijn aangetoond in de kwaliteit van wederkerig gedrag tussen groepen met en zonder ASS. Met name het meewerken aan initiatieven van de onderzoeker is, ongeacht leeftijd en IQ, beperkt bij de groep met ASS. Jongens en meisjes zonder ASS presteerden hetzelfde. Echter, in de groep met ASS was de kwaliteit van wederkerigheid bij de meisjes beter dan bij de jongens maar nog altijd minder vergeleken met de deelnemers zonder ASS. Door het non-verbale karakter van de IDT en het niveau van vereiste wederkerigheid is de test ook inzetbaar bij kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking (WISC IQ 50-85) en anderstaligen. De eerste onderzoeksresultaten bij volwassenen en met een digitale versie van de test zijn veelbelovend.
Als advocaat behandel ik met regelmaat zaken die op de een of andere manier te maken hebben met autisme. Ik ontkom er in mijn bijdrage niet aan om te generaliseren en mensen over één kam te scheren. Ik doel in ieder geval op mensen die een ontwikkelingsstoornis hebben, dan wel waarbij de diagnose ASS is vastgesteld. Het is mijn ervaring dat deze groep mensen sneller in de problemen kan komen, waarbij de juridische hulp lang niet altijd toereikend is en aansluit bij hun behoefte.
Het aantal studenten met een autismespectrumstoornis (ASS) dat deelneemt aan het hoger onderwijs is in de afgelopen decennia verveelvoudigd. Eerder onderzoek laat zien dat zij problemen met studeren hebben die direct gerelateerd zijn aan de kernsymptomen van ASS. Om die reden hebben de studentenpsychologen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) in samenwerking met het autismeteam van GGZ Buitenamstel (het huidige dr. Leo Kannerhuis) in 2004 het Autismeproject opgericht. Het project faciliteert peercoaching aan studenten met ASS. Het huidige artikel beschrijft het ontstaan van het Autismeproject, zijn huidige vorm en de resultaten van een enquête onder de peercoaches.
Bij acht forensisch-psychiatrische zedendelinquenten met een ASS is nagegaan of hun sensorische prikkelverwerking afwijkingen vertoont en, zo ja, of patiënten een verband ervaren met problemen die daaruit voortvloeien en hun delictgedrag. Een thematische analyse van semigestructureerde interviews laat zien dat er bij alle respondenten sprake is van afwijkende sensorische prikkelverwerking. Bij zeven van de acht leidde dit tot problemen op diverse gebieden, de helft ervoer een relatie met het delictgedrag. Geconcludeerd wordt dat afwijkende sensorische prikkelverwerking van deze groep patiënten de aandacht verdient in de forensische behandeling.
Er bestaan verschillende interventies om het inlevend vermogen, ook wel ‘Theory of Mind’-vaardigheden genoemd, bij kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) te verbeteren. In deze bijdrage werden kinderen met ASS (7-12 jaar oud; n = 140) random toegewezen aan een wachtlijstcontrole of ToM-training waarbij acht weken lang groepslessen werden aangeboden waarin vaardigheden aan bod kwamen zoals emotieherkenning, verbeelding, begrijpen van misleiding en humor. Na deze acht weken werden kinderen getest op ToM- en emotiebegriptaken en ouder- en leerkrachtvragenlijsten over sociaal gedrag geanalyseerd. Follow-updata voor de trainingsgroep werden verzameld na drie maanden. De training had een positief effect op ToM-begrip, dat ook na drie maanden nog te zien was. Ook ouders rapporteerden verbeteringen op het gebied van sociale vaardigheden. Deze waren met name zichtbaar voor wat betreft algemene en ASS-gerelateerde vaardigheden. Echter, verbetering in concrete ToM-gerelateerde vaardigheden waren minder zichtbaar. Uit leerkrachtrapportage over sociaal gedrag kwam het effect van de training niet naar voren. De ToM-training verbetert met name het inzicht van kinderen en effecten zijn ook zichtbaar in het alledaags gedrag. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek en nieuwe behandelvormen worden besproken.