WTA 2009-1

WTA 2009-1

2009

Omschrijving

Arbeid en autisme: enige gegevens, inzichten en anekdotes

Arbeid en autisme: enige gegevens, inzichten en anekdotes

De redactie van het WTA laat met enige regelmaat congressen opnemen die voor de lezer van belang kunnen zijn. De geluidsdragers die op deze manier binnenkomen vormen doorgaans integrale verslagen van zo’n bijeenkomst. In 2008 werden op deze manier vier congressen opgenomen. Hieronder een dwarsdoorsnede van deze congressen voor zover deze het aspect arbeid en autisme tot onderwerp hebben. Dit veelal —ook in het WTA- onderbelichte maar uiterst belangrijk aspect van het leven van mensen met autisme, wordt hier voorafgegaan door een korte samenvatting van het onderzoek(sverslag) ‘Een plek om te leven — Een onderzoek naar de leefsituatie van mensen met autisme’ (NVA, december 2008). Ook bij deze samenvatting zal —naast enige algemene inzichten- het accent worden gelegd op het aspect arbeid.
Meer info
3,90
Hechting en diagnose ASS bij echtparen

Hechting en diagnose ASS bij echtparen

De erkenning van de diagnose ASS door beide partners bepaalt binnen de relatietherapie de focus van behandeling. Deze erkenning is sterk afhankelijk van de veilige versus onveilige hechtingservaringen van ieder van de partners. Bij onveilige hechtingservaringen zal er eerder meer strijd zijn en dus ook minder ruimte voor erkenning van de diagnose ASS. De focus van behandeling bij deze echtparen richt zich in eerste instantie op het ombuigen van de negatieve interactie tussen beide partners en daarmee het bevorderen van de veiligheid binnen de partnerrelatie. Hierbij wordt o.m. gebruik gemaakt van concepten uit de schematherapie van Jeffrey Young.
Bij voldoende veiligheid is er meer ruimte voor erkenning van de diagnose ASS en kan er meer aandacht besteed worden aan de afstemming tussen beide partners, rekening houdend met de autisme specifieke kenmerken.
Meer info
3,90
Probleemgedrag overdag en slaapproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking met en zonder ASS

Probleemgedrag overdag en slaapproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking met en zonder ASS

Een eventuele relatie tussen gedrag overdag en slaapgedrag is onderzocht bij 50 mensen van wie 25 mensen met een verstandelijke beperking plus een autismespectrumstoornis en 25 mensen met alleen een verstandelijke beperking. Gedurende 2 weken vulden begeleiders dagelijks twee korte vragenlijsten in. De resultaten suggereren weinig tot geen verband tussen slaapgedrag en gedrag overdag.
Meer info
3,90
Psychiatrische comorbiditeit in een klinische populatie van adolescenten met een autismespectrumstoornis

Psychiatrische comorbiditeit in een klinische populatie van adolescenten met een autismespectrumstoornis

Epidemiologisch onderzoek naar het voorkomen van psychiatrische comorbiditeit bij mensen met een autismespectrumstoornis is vrijwel niet voorhanden. Het meeste onderzoek is verricht in klinische populaties en dit onderzoek suggereert een hoog percentage aan comorbide psychiatrische stoornissen.
In dit artikel wordt een onderzoek gepresenteerd naar het voorkomen van psychiatrische stoornissen in een klinische populatie van 100 adolescenten met een autismespectrumstoornis. Het onderzoek toont aan dat er bij een hoog percentage (60%) van de adolescenten met een autismespectrumstoornis sprake is van comorbiditeit en dat dit een nadelig effect heeft op het behandelresultaat.
Meer info
3,90
Shared Time

Shared Time

In sociale interactie is gezamenlijke tijdsbeleving noodzakelijk. Deze gezamenlijke tijdsbeleving vindt zijn basis in het synchroon kunnen beleven van een puls. Zonder deze gezamenlijke beleving kunnen actie en reactie niet goed getimed worden. Het gevolg daarvan is dat de interactie moeizaam gaat verlopen of in zijn geheel stopt. Uit recent onderzoek blijkt dat mensen met autisme problemen hebben met deze timing. Het gezamenlijk beleven van een flexibele en levendige puls is voor hen geen vanzelfsprekendheid. Dat heeft niet alleen implicaties voor het tot stand komen van sociale interactie, maar ook voor de algemene ontwikkeling van het kind, dat afhankelijk is van het kunnen aangaan van relaties en het hebben van interactie met ander mensen.
Binnen de muziektherapie wordt gebruik gemaakt van een muzikale puls; de beat. Deze is vaak duidelijk hoorbaar en door zijn metrisch karakter ook veel voorspelbaarder dan een puls. Op basis van een gezamenlijke beat kan ontwikkeling van de interactie plaatsvinden. Dit gebeurt via het ervaren van verschillende hiërarchische tijdselementen. Het delen van een puls, of in de muziek van een beat, is weliswaar de basis, maar nog geen complete interactie. Ritmische uitwisseling, het delen van intentie in muzikale frasen en de synchrone beleving van een narratieve gebeurtenis (het totale en gezamenlijke spel) horen daar ook bij.
Binnen muziektherapie wordt stapsgewijs gewerkt aan de ontwikkeling van deze elementen. Het (promotie) onderzoek waarvan in dit artikel de theoretische onderbouwing wordt uiteengezet, wil die ontwikkeling aantonen en tevens onderzoeken hoe de overgangen verlopen van het ene tijdselement naar het andere.
Meer info
3,90