2020
Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) die vastlopen in hun ontwikkeling kunnen op indicatie terecht op de Deeltijdbehandeling van het dr. Leo Kannerhuis. Daar is een vast onderdeel, de beeldende training, verwant aan beeldende therapie, waar een kind, door middel van onder andere tekenen en schilderen, werkt aan zijn persoonlijke doelen. De werkwijze binnen deze training kent drie stappen: wat ga je doen, wat heb je hierbij nodig, en wat is er ontstaan? De stappen zijn verwerkt in een Drieluik die bestaat uit foto’s van beeldend werk. Deze worden toegelicht met woorden, met als doel om het behandelproces te evalueren.
Daarnaast wordt het Drieluik ingezet om te onderzoeken in welke mate informatie over het behandelverloop gegeneraliseerd kan worden voor ouders en betrokken behandelaars. Om zicht te krijgen op de feedback van de betrokkenen van het kind zijn ouders (verzorgers) en het behandelend team gevraagd een lijst met stellingen te scoren op een zespuntsschaal. De cliënttevredenheid is systematisch geïnventariseerd aan de hand van de Child Session Rating Scale (CSRS) (Miller, Duncan, Sorrel, Brown, & Chalk, 2006). Zowel het kind als ouders en betrokkenen uit het behandelteam ervaren de beeldende training als zinvol. De kinderen scoren op de beeldende training een ruime voldoende. Het Drieluik biedt de betrokkenen concreet inzicht in het proces van de cliënt en ‘tools’ om hierover te communiceren en te generaliseren. De positieve resultaten vragen om meer vervolgonderzoek.
Hoewel de cijfers per studie variëren, voldoet vaak een meerderheid van mensen met autisme aan de criteria voor een of meer comorbide psychiatrische diagnoses. Stringer en collega’s (2020) beschrijven in Autism het verloop van emotionele en gedragsproblemen in adolescenten met ASS vanaf hun twaalfde tot hun drieëntwintigste levensjaar. In dit zogenoemde ‘SNAP-cohortonderzoek’ (Special Needs and Autisme Project), uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk, participeerden 132 jongens en 16 meisjes met ASS.
In de afgelopen elf jaar is in Nederland de term ‘autismevriendelijk’ in zwang gekomen als aanduiding voor diensten of organisaties die claimen geschikt te zijn voor mensen met autisme. Een voorbeeld zijn autismevriendelijke filmvoorstellingen voor autistische kinderen, waarbij het geluid gedempt wordt en van tevoren wordt toegelicht wat kinderen kunnen verwachten. Het artikel beschrijft de conceptuele geschiedenis van hoe de term ‘autismevriendelijk’ in 2009 in Nederland werd geïntroduceerd en in vijf jaar tijd uitgroeide tot een term met landelijke bekendheid. Vervolgens wordt een breed scala aan initiatieven beschreven die autismevriendelijkheid ofwel indirect bevorderen, ofwel direct realiseren, zoals bij film, hogeschool, kermis, rijles, musea, sport en gemeente. Het artikel beschrijft welke betekenis aan de term is gegeven door betrokkenen bij zulke initiatieven. Tot slot wordt in de conclusie deze historische ontwikkeling kort geduid en wordt de gemeenschappelijke structuur beschreven van autismevriendelijkheidsinitiatieven.
Autismediagnostiek is maatwerk en vraagt om klinisch redeneren in een multidisciplinair team met kennis en ervaring met autisme. De opgestelde richtlijn en werkwijzer bieden een goed kader dat aanvulling behoeft voor complexe diagnostische vraagstukken die veel gezien worden in de klinische praktijk. In dit artikel worden valkuilen en klinische redeneringen binnen de fases van diagnostisch onderzoek naar een autismespectrumstoornis bij volwassenen beschreven. Vervolgens worden frequent voorkomende configuraties van inconsistenties en tegenstrijdigheden tussen onderzoeksgegevens besproken met voorgestelde klinische redeneringen. Deze zijn grafisch weergegeven in een diagnostische beslisboom. Wanneer er na deze fases geen duidelijkheid over de diagnose is ontstaan, kan overgegaan worden op procesdiagnostiek. Dit alles wordt uiteengezet om te voorkomen dat er over- en onderdiagnostiek plaatsvindt. Iets waartoe het risico groter wordt wanneer diagnostici overgaan tot ‘wanhoopsdiagnostiek’.
Als advocaat behandel ik met regelmaat zaken die op de een of andere manier te maken hebben met autisme. Ik ontkom er in mijn bijdrage niet aan om te generaliseren en mensen over één kam te scheren. Ik doel met autisten in ieder geval op mensen die een ontwikkelingsstoornis hebben, dan wel bij wie de diagnose ‘ASS’ is vastgesteld. Het is mijn ervaring dat deze mensen sneller in de problemen kunnen komen, waarbij de juridische hulp lang niet altijd toereikend is en aansluit bij hun behoefte.